Het aantal asielzoekers voorspellen? Drie redenen waarom gluren in de glazen bol een superslecht idee is

Om te beginnen: een prognose is een voorspelling, geen waarheid. Toch gaat dat regelmatig mis. Zo schetste staatssecretaris Van der Burg onlangs een maximumscenario. De kop van het RTL Nieuws daarna? ‘Er komen volgend jaar meer vluchtelingen naar Nederland’.

Een vertekend beeld. En dat is schadelijk voor het draagvlak voor vluchtelingen.

Een oorlog laat zich niet voorspellen. Tuurlijk, er is vaak een lange aanloop. Maar de uiteindelijke start van een oorlog komt meestal onverwacht. Denk aan de invasie in Oekraïne, of de machtsovername van de Taliban in Afghanistan.

Hetzelfde geldt voor onrust en geweld, zoals bij de demonstraties in Iran.

Veruit de meeste mensen vluchten naar hun buurland of een land in de regio. De opvang in deze landen staat onder enorme druk. Besluit een land om geen vluchtelingen meer op te vangen, of een afschrikwekkend beleid te voeren? Dan kan dat zomaar gevolgen hebben voor het aantal asielzoekers dat naar Nederland komt.

Al met al kan het beste een inschatting gemaakt worden door terug te kijken naar het verleden. Oftewel: de onvoorspelbaarheid voorspellen.

In de afgelopen tien jaar vroegen ieder jaar gemiddeld 22.730 mensen asiel aan in Nederland. De pieken en dalen verschillen enorm: maximaal 43.000 en minimaal 13.600 per jaar.

We hebben dus een flexibel asielsysteem nodig, met genoeg reserve opvangplekken voor moeilijke tijden. En altijd voldoende personeel bij de IND om lange wachttijden te voorkomen.